De Publieke Omroep is weer eens het schurftige hondje dat,
omdat de blonde politieke solipsist vindt dat z’n handje niet voldoende
gelikt wordt, gedumpt wordt in een mandje van het sterfhuis.
Het is een bekend fenomeen uit de geschiedenis, dat
machthebbers met autocratische neigingen de informatie
aan het volk willen controleren.
Het is toch eigenlijk heel bizar, dat alles wat politiek heet,
keer op keer, al naar gelang het vaantje wappert, meent de omroep te
moeten kapittelen.
Nog niet zo lang geleden, was alles duidelijk, De KRO knielde
voor de paus, de NCRV hield een kerkdeur met de 95 stellingen van Luther
uit 1517 in ere.
De Vara stond voor de arbeider en de Paasheuvel.
Avro als Algemene omroep zonder directe maatschappelijke/politieke
binding leek al het meeste op de BBC.
De VPRO was laboratorium, University en Pietje Bel.
Die verscheidenheid was niet genoeg voor de politiek.
De politiek, rupsje nooit genoeg, knutselde verder.
Er kwamen criteria, die de omroep openstelden voor een grotere
verscheidenheid en toen kwam een op de Avro gelijkende nieuwe
zender ‘De Tros’ die de grenzen van het platte vermaak oprekte tot
het zelfstandige naamwoord. Vertrossing
De NCRV die weigerde op zondag uit te zenden, bleek bij lange na
niet Christelijk genoeg dus was er een superrijke christen die zijn
persoonlijke visie op geloof wist samen te proppen in de E.O.
Die ontwikkelingen zouden voor politici, waarvan verwacht mag worden
dat zij beschikken over een redelijk verstand, toch voldoende signaal
moeten zijn om te zien dat de deur openen voor stromingen die
genoeg cohesie toonden om samen te klonteren tot een chaos
en niet tot een verrijking zouden leiden. (Zie Kabinet Schoof)
Die verscheidenheid was nog niet genoeg voor de politiek.
Omroepen die prima in staat waren om zelfstandig gecoördineerd te
programmeren moesten nu met de pet in de hand naar een soort
televisie-opperwezen de zender-coördinator. Door daarmee in te stemmen,
hebben de omroepen hun zelfstandigheid en identiteit van hun
core-business ingeleverd. De zender-coordinator van de NPO, besliste
en beschikte. Kon de ene omroep tegen de ander uitspelen en was
het strategische machtscentrum geworden.
De politiek, alweer rupsje nooit genoeg, knutselde verder.
Want er kwam, gepropagandeerd door de Telegraaf een WNL bij en
een Powned en later een omroep Zwart en een zender die zich
Ongehoord Nederland noemde. Een omroep die. ondanks het feit dat
ze een zendmachtiging hebben gekregen, qua naam volledig past bij
haar succes..
..en de politiek regelde maar door. Er werden toezichthoudende functies
gecreëerd, uiteraard weer voor politici en baantjesjagers van het Old boys
Network. (zie van alle bestuurders maar de bezoldigde en onbezoldigde
nevenfuncties en het zegt genoeg. Wel is gebleken, dat al die toezichthouders
met borsten vol titels en (neven)functies, de onrust en aberraties bij de P.O.
niet hebben voorkomen.
Die gremia, waarin geen programma-makers zijn vertegenwoordigt, hebben
dus collectief gefaald.
Aangevoerd door de politiekleider die al een veroordeling aan de broek heeft,
voor minder, minder, hanteert hij minder ook weer, als de zweep om de omroepen
te laten knielen.
Want: Volgens de regels van de demagogie, ging het om geld, dat de
belastingbetaler op moet brengen. En daartegenover staan de
genereuze commerciële zenders die voor ’niks’ programma’s aanbieden.
Ook weer zo’n demagogisch argument. Want dezelfde belastingbetaler betaalt
via de boodschappen ook de commerciële televisie.
De wettelijke opdracht van de Publieke Omroep luidt:
- De publieke omroep biedt een kwalitatief hoogstaand media-aanbod op het gebied
van informatie, cultuur en educatie door middel van een aantrekkelijke mix van
programma's in alle genres, op alle platformen en voor zowel een breed publiek als
voor specifieke doelgroepen. De samenstelling van het media-aanbod staat los van
commerciële en politieke invloeden.-
Al het geblèr van politieke populisten, dat sommige programma’s wel door de commerciéle Televisie kunnen worden overgenomen is dus quatsch omdat de opdracht aan de P.O. alle genres omvat.
Maar het culturele klappertjespistool van BBB: Martin Oostenbrink die zonder kennis
van zaken de PVV mantra herhaalde, kon geen enkel programma van de P.O.noemen,
dat volgens hem in aanmerking kwam. Ook weer zo’n kamerlid, waarin behalve BBB
ook PVV grossiert. Dames en heren die behalve dat ze een riant salaris opstrijken, niet veel in hun mars hebben, maar wel populistisch meehuilen met de door hun leiders gedicteerde mantra’s.
De macht van het getal regeert.
Eigenlijk bizar als je weet, dat het aantal leden van alle partijen bij elkaar 393000, minder is, dan de leden van b.v. Omroep Max 430.000 of van BNN/VARA 407.000
En mind you, de partij van de grootse schreeuwlelijk bestaat maar uit 1 lid.
Wat natuurlijk erg jammer is, is dat de omroepen geen gezamenlijk gezicht
hebben, niet in staat lijken om hun leden te mobiliseren en geen eenduidige
strategie hebben voor hun voortbestaan.
De enige die zich openlijk en met verve inzet voor de publieke omroep is
Jan Slagter, maar die heeft zich verder helaas ontpopt als een grabbelton van
meninkjes, waardoor hij als enige omroepleider met kloten, zijn gezag
ondermijnt en minder relevant maakt.
Bob Rooyens
15.4.’25